Nieuwsbrief november 2023

 

November in het Observeum

 

In November organiseren onze vrijwilligers weer een aantal heel mooie activiteiten.

Op zaterdag 4 november kunt u op onze Determinatie dag tussen 11:00 en 16:00 uur bij ons terecht met een object waarvan u misschien geen flauw idee heeft wat het is, of het bijzonder is, of door wie het gemaakt is. Een panel van kenners zit dan voor u klaar om antwoord op al uw vragen omtrent de oorsprong van uw objecten te geven.

Op de Verhalenavond op vrijdag 17 november kunt u om 20:00 uur "Op Reis met Riemersma" in onze grote zaal met 40 zitplaatsen.

Op Woensdag 22 november mag u, als u een inwoner bent van Tytsjerksteradiel bij ons ook uw stem voor de Tweede Kamer Verkiezingen uitbrengen en op zaterdag 25 november (aanvang 14:00 uur) houdt Thea Schenk een interessante lezing (met beeldpresentatie) over een bijzonder fenomeen: het Noorderlicht.

De expositie “Spirit of the Rainbow” met werk van Jan van de Meulen is nog te bewonderen tot 3 december en op de vrijdag- en zaterdagavond staan de vrijwilligers van onze sterrenwacht voor u klaar om u te laten genieten van de sterrenhemel.

 

In deze nieuwsbrief vindt u de volgende artikelen: (klik erop om meteen naar betreffende artikel te gaan)

We wensen u veel leesplezier en tot kijk in het Observeum.

 

N.B. Onder deze paragraaf vindt u een link naar het archief met recente nieuwsbrieven (m.i.v. april 2023).


 

Nacht van de Nacht Foto's

Tijdens de Nacht van de Nacht en de gedeeltelijke maansverduistering van 28 Oktober j.l. waren de weersomstandigheden allesbehalve gunstig. Toch hadden we nog 41 bezoekers in het Observeum die avond. Voor een deel van de Avond was het gelukkig toch nog droog en konden twee telescopen op de maan gericht worden.

Bernard Boersma, vrijwilliger bij het Observeum, slaagde er ondanks de ongunstige omstandigheden er in een aantal foto’s te maken.

Zoals gebruikelijk op de vrijdag- en zaterdagavond in de wintermaanden, konden de bezoekers ook de verschillende tentoonstellingen bekijken en was er een slecht weer programma met onder andere presentaties in het digitale planetarium.

 



Gedeeltelijke maanverduistering, foto Pieter Dijkstra
Gedeeltelijke maanverduistering, foto Pieter Dijkstra


 

In de collectie van het Observeum, aflevering 41

Boenders en schrobbers van heide

door Gerhild van Rooij

 

Heideborstel in de Collectie, zie Notitie 1
Heideborstel in de Collectie, zie Notitie 1

Minsken

De vaste tentoonstelling Minsken toont de tegenstelling tot arm en rijk in de negentiende eeuw. Er is een hoek waar opscheplepels hangen, een hoge kookpot staat en een oranjeroodkleurige pan met bonen waarbij strak bijeengebonden eco-bosjes liggen. Deze circulaire bosjes zijn heideboenders of heideschrobbers, verkort heiboenders, of heischrobber genoemd. Deze heideborstels, ook wel pullenborstels genoemd, werden gebuikt om potten, pannen, emmers, vaten en melkpullen of melkbussen uit te schrobben en zo nodig met fijn wit zand te schuren totdat ze blonken. De harde heideschrobbers met uitwaaierende voorzijde met ruw oppervlak en de achterzijde samengebonden als handvat, zijn museaal erfgoed.


Heideschrobbers maken

Boendermakers maakten verschillende werktuigen om te boenen en schrobben, een lange boender voor vloeren en gangen, een platte voor houtwerk en een heiboender voor potten, vaten en gootstenen. Andere boenders en haarborstels werden wel vervaardigd van varkenshaar. De heideschrobbers uit het Observeum bestaan uit aangesnoerde bosjes oude dopheide, strak omspannen met 1, 2 of 3 bands touw, heideboenders kunnen ook aangesnoerd worden met ijzerdraad of gesplitste wilgenbanden. Boenders zijn aan de voor- en achter recht afgehakt en daarna rondom glad gekrabd om de handen niet open te halen bij gebruik. Een grote heideboender met vier windingen is met een tak of stok erin gestoken, een bezem, kleinere boenders worden in de hand genomen.

Borstels, zie Notitie 2
Borstels, zie Notitie 2

Seizoenswerk 

De meeste 'heidzjers' leefden in voor- en najaar van seizoenswerk bij boeren en zolang het kon zomers in de turf. In de winter overbrugden ze de periode zonder seizoenswerk thuis met huisvlijt of thuiswerk, ook wel winterwerk genoemd. Voor de huisindustrie boenders maken was materiaal en productopslag in een schuur, hok, stal, hut of huisje nodig. De hutbewoners op de heide wisten precies wanneer en waar ze welke plantendelen of takken het best konden plukken of snijden en hoe ze die konden drogen.

Details schrobbers, zie Notitie 3
Details schrobbers, zie Notitie 3

Heide werd ’s zomers geplukt en was zo ruw dat er tijdens het plukken bloedende wondjes op de handen en armen ontstonden. De heide werd gedroogd en in de winter verwerkt, uit noodzaak omdat er dan geen werk was, de WW bestond nog niet. In het voorjaar werden de producten in bossen van 12 of 24 in manden op de rug en aan de arm op de loopkar of later de fiets gebonden om huis aan huis uit te venten tijdens vaak lange tochten. Boendermakers en bezemmakers hoorden vaak tot de armste bevolking en hadden weinig aanzien, maar in de grote historische, archeologische en zeevaartmusea liggen of hangen hun heideboenders, net als in het Observeum.

16e eeuwse boenders, zie Notitie 4
16e eeuwse boenders, zie Notitie 4

Aanzien boendermakers  

Eetgerei, voorraadpotten, klompen, laarzen, schepen en wagens werden vroeger uitsluitend schoongeboend met borstels en vegers van natuurlijk materiaal zoals de heideboenders. In grote kunstmusea is dat te zien op schilderijen en prenten met realistische interieurs en exterieurs van ambachtslieden, het patriciaat, herbergen en boerenhuishoudingen.  Schoonmaken was zwaar en gebeurde op waterstoepen, trappen, in keukens, binnenshuis, en in stallen. Nadat de koeien de wei ingingen maakten vrouwen bijvoorbeeld de stal nat om vastgekoekt vuil los te weken en daarna net zo lang met natuurbezems en heideboenders te schrobben tot alles schoon was en de muren weer wit gekalkt konden worden en onderaan geteerd. Tot kort na de Tweede Wereldoorlog waren er mensen die op een stoepje bij de sloot, vaart of gracht, hun melkbussen, potten en pannen met heiboenders schoonhielden, zoals eeuwen gebruikelijk.

 

Schilderij met detail, zie Notitie 5


Dopheide voor boenders 

Het plantengeslacht dophei (Erica) uit de heidefamilie heeft altijdgroene bladeren. De meeste soorten zijn dwergheesters rond 60 tot 80 cm, maar sommige soorten kunnen 10 meter hoog worden. De naam Erica is afgeleid van het Oudgriekse ereikē, heideveld. Dopheide verwijst naar de notendopvorm van vruchten van de heide. In Nederland kennen we naast een aantal hybriden: rode dophei (Erica cinerea), bezemdophei (Erica scoparia) en gewone dophei (Erica tetralix). Dopheide groeit op vochtige, voedselarme gronden, als veen-, zand en moeras, op zonnige als schaduwrijke zones en op taluds van greppels en sloten en in bermen. De dopheide bloeit van juni tot oktober met dopvormige roze tot paarsgekleurde bloempjes. 

Schrobzijde heideschrobber, zie Notitie 6
Schrobzijde heideschrobber, zie Notitie 6

Gewone reiniger

Erica vulgaris betekent gewone heide en is de oude botanische naam van de inheemse struikhei Calluna vulgaris, gewone reiniger, de heidestruik waarvan bezems, borstels en boenders worden gemaakt. De struik bloeit het mooist in natte jaren, draagt van juli tot september paarse bloemen en is de enige Calluna soort die 1,5 meter hoog kan worden. Calluna vulgaris floreert het best op de zure, voedselarme grond die is ontstaan na grootschalige landbouwactiviteiten en bloeit van nature op lichtrijke bosranden, ruige hoekjes en bermen. Hoe er tegen heidehutbewoners en keuterboertjes op de heide aangekeken werd, blijkt uit de betekenis van het woord heiboer, dat naast een boer die op de heide woont en daar zijn bedrijf uitoefent ook domkop betekent.

Struikheide, zie Notitie 7
Struikheide, zie Notitie 7

Notities:

1. Heideborstels in hoekje zaal Minsken(Observeum, september 2023, Gerhild van Rooij)

2. Heideschrobber, bezem, vogelperspectief (Observeum, september 2023, Gerhild van Rooij)

3. Verschillende windingen heischrobbers (Observeum, september 2023, Gerhild van Rooij)

4. In midden met touw omwonden16de eeuwse heideboenders (met tie rips), uit in de eerste helft van de 16e eeuw op de Zuiderzee vergaan schip. Gevonden nabij het huidige Biddinghuizen op kavel M 11, Oostelijk Flevoland. (Collectie Verzonken schatten, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, urn-gvn NISA01-OM11-45-150)

5. Hendrik Potuyl. Jonge vrouw op binnenplaatsje maakt vis schoon. Detail rechtsonder: op op de kant staande koperen bak met kool en witte rapen ligt een heiboender. Olieverf, paneel hxb 45×36 cm, datering 1639-1649 (Rijksmuseum Amsterdam, SK-A-3339)

6. Schrobzijde heideschrobber in Observeum (september 2023, Gerhild van Rooij)

7. Struikhei Deel VIII, Plaat 597 Erica vulgaris, Kurt Stueber Gruppe Max Planck IZ Calluna vulgaris in Plantago (a: bloem, b: kelkblaadje, c: bloemkroon, d: meeldraad, e: stamper, f: takje)


 

Saturnus heeft z’n eretitel ('manenkoning') terug met 62 nieuwe manen, wat het totaal op 145 brengt

door Hans Molema

 

Deze meest gedetailleerde opname van Saturnus, gemaakt door de Hubble-ruimtetelescoop en vastgelegd in juni 2018, toont zes van de 145 -nu bekende-  manen van de planeet. De zichtbare satellieten zijn (van links naar rechts) Dione, Enceladus, Tethys, Janus, Epimetheus en Mimas. (Afbeelding: NASA, ESA, A. Simon (GSFC) en het OPAL-team, en J. DePasquale (STScI)).

 

 

Astronomen hebben in de afgelopen tijd 62 nieuwe manen ontdekt die rond de geringde planeet Saturnus draaien.

De ontdekking brengt het totale aantal manen van de planeet op meer dan 100 en betekent ook dat de gasreus de kroon als 'maankoning' van het zonnestelsel herwint van Jupiter.

Voorafgaand aan deze ontdekking had Saturnus ‘slechts’ 83 manen, erkend door de Internationale Astronomische Unie, dus de nieuw ontdekte manen brengt het totale aantal op een ongelooflijk aantal van 145. De ontdekking markeert een nieuwe mijlpaal voor Saturnus, waarbij de planeet de eerste wereld in de kosmos wordt, waarvan bekend is dat daar meer dan 100 manen omheen draaien.

 

Eerdere opnamen (een combinatie van zes afbeeldingen) van NASA’s beroemde Cassini-ruimtevaartuig legde Saturnus, zijn ringen en de gigantische maan Titan vast. De sonde maakte de foto's op 6 mei 2012, toen hij ongeveer 783.000 kilometer van Titan verwijderd was. Na zondag 24 september weten we hopelijk meer. De landing is waarschijnlijk door velen gevolgd via het YouTube-kanaal van de NASA.

 

 

De nieuwe manen werden ontdekt door een team onder leiding van Edward Ashton, een postdoctoraal onderzoeker aan het Academia Sinica Instituut voor Astronomie en Astrofysica, die een techniek gebruikte genaamd "shift and stack" om deze piepkleine en lichtzwakkere manen rond Saturnus te vinden.

 

Deze techniek maakt gebruik van een reeks beelden die verschuiven met dezelfde snelheid waarmee een maan door de ruimte beweegt om het beeldsignaal van die maan te versterken. Manen die te zwak zijn om in afzonderlijke afbeeldingen te zien, kunnen zich wel manifesteren in het resulterende 'gestapelde beeld'.

Astronomen hadden deze methode eerder gebruikt om naar manen rond de ijsreuzen Neptunus en Uranus te zoeken, maar dit is de eerste keer dat deze methode wordt gebruikt bij de zoektocht naar ongeziene manen rond de op een na grootste planeet van het zonnestelsel, Saturnus. De door het team gebruikte gegevens werden tussen 2019 en 2021 in tijdvakken van telkens drie uur verzameld door de Canada-France-Hawaii Telescope (CFHT), een instrument dat bovenop Maunakea op Hawaï is gesitueerd. Hierdoor konden astronomen manen rond Saturnus detecteren met een diameter van slechts 2,5 kilometer. Dat is om en nabij de afmetingen van het dorp Burgum.

 

Hoewel sommige manen al in 2019 zijn waargenomen, is er meer nodig dan het waarnemen van een object dichtbij een planeet. Het is een hele toer om te bevestigen dat het om een maan gaat in plaats van een asteroïde die een korte nauwe passage naar die planeet maakt. Om deze objecten te veranderen van ‘verdachte manen’ in ‘bevestigde manen’ van Saturnus, moesten astronomen deze objecten een aantal jaren volgen om er zeker van te zijn dat ze daadwerkelijk in een baan om de gasreus draaien.

 

Door een nauwgezet procedé uit te voeren van het matchen van objecten die in de loop van 24 maanden op verschillende nachten werden gedetecteerd, volgde het team 63 objecten waarvan ze uiteindelijk bevestigden dat het manen waren. Eén van deze manen werd al in 2021 onthuld, terwijl de resterende 62 manen de afgelopen weken geleidelijk werden aangekondigd.

"Het volgen van deze manen vertoont gelijkenis met het tekenen van een afbeelding (lijntjes trekken tussen willekeurige puntjes), omdat we de verschillende verschijningsvormen van deze manen in onze gegevens moeten verbinden met een kloppende baan", zei Ashton in een verklaring. "Maar dan wel met zo'n 100 verschillende tekeningen op dezelfde pagina, zonder dat je weet welke stip bij welke puzzel hoort."

 

De onregelmatige manen van Saturnus hebben mogelijk een tumulteuze geschiedenis. De nieuw ontdekte manen van Saturnus worden geclassificeerd als 'onregelmatige manen'. Deze term verwijst naar objecten waarvan wordt aangenomen dat ze zijn ingevangen door de zwaartekracht van een planeet en uiteindelijk in een baan rond de planeet terechtkomen op grote, afgeplatte of 'elliptische' paden die meer ‘hellend’ zijn in vergelijking met de banen van de gewone manen.

 

Saturnus heeft nu 121 bekende onregelmatige manen, samen met zijn 24 reguliere manen. Onregelmatige manen zoals deze nieuwe hebben de neiging zich in groepen te verzamelen, afhankelijk van de kanteling van hun banen. Het systeem van Saturnus herbergt momenteel drie van deze groeperingen: de “Inuit-groep”, de “Gallische groep” en de dichtbevolkte “Noorse groep”, die allemaal hun namen ontlenen aan verschillende mythologieën.

 

Alle pas ontdekte manen van Saturnus vallen in een van deze drie momenteel bestaande groeperingen. Drie van de nieuwe manen behoren tot de “Inuit-groep”, maar het merendeel past in de “Noorse groep”.

Aangenomen wordt dat de manen in deze drie groepen zijn ontstaan toen grotere manen rond Saturnus, die oorspronkelijk door de gasreus waren gevangen, tegen elkaar botsten en uiteenvielen. Onderzoek naar de banen van de onregelmatige manen van Saturnus zou astronomen kunnen helpen de geschiedenis van dergelijke botsingen in het gasreuzensysteem beter te begrijpen.

 

Het team achter de nieuwe ontdekking denkt dat het grote aantal kleine manen in een retrograde baan rond Saturnus (dat wil zeggen tegengesteld aan de richting van de baan van de planeet) het bewijs is van een botsing tussen onregelmatige manen rond de gasreus die pas 100 miljoen jaar geleden heeft plaatsgevonden. Aangenomen wordt dat deze botsing de manen in de Noorse groep heeft gecreëerd.

 

Oorspronkelijke auteur: Robert Lea (Britse wetenschapsjournalist die o.a. schrijft voor New Scientist, Elsevier en European Journal of Physics).

Vertaling en bewerking: Hans Molema (voor het Observeum, 17 oktober 2023).

 


 

‘Aurora’ – een bijzondere lezing over het Noorderlicht  

Op zaterdag 25 november a.s. wordt door Thea Schenk een interessante lezing (met beeldpresentatie!) gegeven over een bijzonder fenomeen: het Noorderlicht. Het woord ‘noorderlicht’ - wetenschappelijke term: Aurora Borealis - is bij velen bekend maar het verschijnsel zelf is maar door weinig mensen echt gezien. In onze streken is het noorderlicht slechts zelden waarneembaar, je zou er voor naar Scandinavië en liefst tot boven de poolcirkel moeten reizen… Thea Schenk (intussen gepensioneerden al vanaf haar tienerjaren geïnteresseerd in astronomie en hemelverschijnselen) zag in 2011 vanaf een schip, varend langs de kust van Noorwegen voor het eerst ‘Aurora’, een ervaring die een diepe indruk op haar maakte: het begin van een fascinatie… Nu presenteert zij een bijzonder interessante lezing over het Noorderlicht en iedereen is welkom!

 

 

Aurora is een lezing die uit twee delen bestaat: in het eerste deel werpen we een korte blik op folklore en geschiedenis, en vormen van aurora. Thea Schenk vertelt over de factoren die nodig zijn om een aurora te kunnen zien: zoals zon & zonnewind, het magnetisch veld van de aarde en aurora ovalen, en de connectie tussen de magnetische velden van zon en aarde. Er is ook aandacht voor het ontstaan van de kleuren.

 

Na de pauze volgt de praktijk: ruimteweer en zonnestormen, aurora processen op andere planeten, informatie rond het waarnemen, waar de informatie te vinden is, en iets over fotografie. Aan het einde van het eerste èn het tweede deel is er gelegenheid tot het stellen van vragen.

 

De entree bedraagt € 5,00 p.p. voor volwassenen en € 3,00 voor kinderen (6 - 17 jaar).

Museumkaarthouders en Vrienden van het Observeum: gratis entree.

Vooraf reserveren wordt aanbevolen en kan tijdens openingstijden aan de balie van het Observeum of via de telefoon: (0511-465 544). Iedereen is van harte welkom!

 

 


 

In de media, aflevering 28

Rolls Royce richt vizier op de maan

door Andries Tóth

 

De UK Space Agency gaf onlangs 3,3 miljoen euro aan Rolls Royce om een demo te bouwen van een micro-reactor, oftewel een kleine, lichtgewicht kernreactor waarmee een permanent verblijf door mensen op de maan mogelijk kan worden. Een dergelijke kernreactor lijkt vooralsnog de beste oplossing om een maanbasis van voldoende energie te voorzien. Rolls Royce, niet alleen actief in de auto-industrie maar ook in luchtvaart en energie, werkt hierbij samen met enkele universiteiten in de UK. De nieuwe technologieën die men hierbij wil gaan ontwikkelen, kunnen we hopelijk ook gaan gebruiken op aarde, onder meer voor robotica, voeding en cleantech of schone energie. Misschien kunnen we over een halve eeuw wel een handige en veilige micro-kernreactor voor in onze achtertuin aanschaffen! De toekomst is vol verrassingen.

Elektrisch vliegtuig van Rolls Royce (bron: Rolls Royce)
Elektrisch vliegtuig van Rolls Royce (bron: Rolls Royce)
'Artist impression' van krachtige kosmische radiogolven (bron: ESO)
'Artist impression' van krachtige kosmische radiogolven (bron: ESO)

 

Supersnelle radioflits uit de ruimte

Een internationale groep astronomen registreerde met behulp van een radiotelescoop in Australië een zeer verre uitbarsting van kosmische radiogolven die korter duurde dan een milliseconde. Deze snelle radioflits deed er ongeveer acht miljard lichtjaar over om ons te bereiken. Van zo ver werd zoiets nog niet eerder waargenomen, bovendien was dit de radioflits met de krachtigste energie-uitbarsting die men ooit zag. In deze minifractie van een seconde kwam evenveel energie vrij als onze zon in ongeveer 30 jaren uitzendt. Mogelijk kwam deze flits uit een groep van samensmeltende sterrenstelsels.

Het registreren van radioflitsen helpt ook bij het meten van de hoeveelheid materie die zich tussen sterrenstelsel bevindt. Mogelijk worden deze radioflitsen veroorzaakt door ‘sterbevingen’ op neutronensterren, maar men weet dit nog niet zeker.

 


 

De sterrenhemel in november

door Hans Molema

 

 

Wat is er in het Observeum te zien op vrijdag- en zaterdagavonden in november 2023

 

Vrijdag 3 november 2023 - Vanavond zie je de maan exact onder Castor en Pollux staan, in het sterrenbeeld Tweelingen. Bekijk de groepering vanavond vanaf negen uur in het oostnoordoosten. Verder staat de reuzenplaneet Jupiter vandaag in oppositie. Dat betekent dat hij tegenover de zon aan de hemel staat, zodat hij de gehele nacht te zien is, als een zeer heldere ‘ster’ in het sterrenbeeld Ram. Laag in het noorden staan de sterren van de Grote Beer. Hoog in het zenit vind je de Andromedanevel.

 

Zaterdag 4 november 2023 - Veel is gelijk aan gisteren, met wat geluk kun je nog eens in de nabije omgeving van de heldere Jupiter kijken: daar tref je de verre planeet Uranus aan, bijna driemiljard kilometer bij ons vandaan. Meer zuidwaarts valt ook Saturnus op, de planeet met de ringen. Dichterbij de zuidelijke horizon zie je de ster Formalhaut, hoofdster van de Zuidervis. Hoog in het westen ligt de Zomerdriehoek (Deneb, Wega en Altaïr) op z’n kant en wat lager prijkt het sterrenbeeld Hercules.

 

Vrijdag 10 november 2023 - In het oosten zie je de sterrenbeelden Stier en Voerman; in de Stier zijn de rode reuzenster Aldebaran en de open sterrenhoop M45 (de Pleiaden) opvallend; in de Voerman twinkelt de heldere Capella en verder zijn er drie Messierobjecten te zien: M36, M37 en M38. Hoog in het zuiden zie je het Herfstvierkant: de sterren van Pegasus.

 

Zaterdag 11 november 2023 – Vrijwel dezelfde sterrenhemel als gisteren, er is geen storend maanlicht, dus volop kans om eens op zoek te gaan naar nevelachtige (lichtzwakke) objecten; in het west-noord-westen zijn er twee: M13 en M92 in Hercules, het zijn bolvormige sterrenhopen, die via de telescoop tot prachtige beelden uitgroeien.  In het westen is met onze grote telescoop nog een bijzonder object te zien: M53, de ringnevel in het sterrenbeeld de Lier. Lang geleden een ontploffende ster, nu een uitdijende, na-gloeiende gasrest op een afstand van ruim tweeduizend lichtjaar.

 

Vrijdag 17 november 2023 - Vandaag is het maximum van de meteorenzwerm de Leoniden, genoemd naar het sterrenbeeld Leeuw (Leo) waaruit de ‘vallende sterren’ afkomstig lijken te zijn. Er is vrijwel geen storend maanlicht, dus vanaf een donkere plek is er gemiddeld elke paar minuten wel een meteoor te zien, vooral na middernacht.

 

Zaterdag 18 november 2023 – Vroeg in de avond is de smalle Maansikkel nog zichtbaar, laag in het zuidwesten, hij gaat rond kwart voor negen onder; verder is er wellicht nog een enkele meteoor zichtbaar.

 

Vrijdag 24 november 2023 - Vanavond is een wijde samenstand te zien van de Maan en de heldere planeet Jupiter, de heldere planeet staat links van de Maan. Rond 19.00 uur staat het duo al vrij hoog in het oostzuidoosten; later op de avond zie je ze steeds hoger aan de hemel.

 

Zaterdag 25 november 2023 - De planeet Jupiter bevindt zich vanavond op enige afstand rechts van de bijna vol verlichte maan. Kijk rond 19.00 uur, vrij hoog aan de oostzuidoostelijke hemel. Ook de planeten Uranus en Saturnus prijken aan de (hopelijk)  heldere hemel.

 

Elke vrijdag- en zaterdagavond (19:00 - 22:00 uur) is het Observeum geopend, telescopen worden klaar gezet, bij heldere hemel gaan ze met de bezoekers mee naar buiten: sterren kijken! Bij bewolkte hemel blijven de telescopen binnen en kunnen bezoekers een presentatie volgen in het digitale planetarium van het Observeum of de exposities in de museumafdeling bekijken.  

Je komt dus nooit tevergeefs! 


 

Boekbespreking, aflevering 6

Oude kaarten lezen, handboek voor historische cartografie is een magistraal boek

door Gerhild van Rooij

 

Voorzijde boek: Zie Notitie 1.
Voorzijde boek: Zie Notitie 1.

Handboek, Kijkboek, Leesboek

Bijzonder hoogleraar historische cartografie Bram Van Nieuwenhuyze en de promovendi Marissa Griffioen en Anne-Rieke van Schaik zijn experts op het omvangrijke gebied van de Cartografie. Het drietal is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en ze zijn lid van Onderzoeksgroep Explokart bij Allard Pierson. De auteurs bundelden hun kennis van de cartografie in het in september bij Uitgever WBooks uitgebrachte kijkboek en standaardwerk Oude kaarten lezen, handboek voor historische cartografie, deel 1 van de nieuwe reeks Kaarthistorie van Uitgever WBooks .

Het prachtig vormgegeven standaardwerk heeft buitengewoon informatieve teksten, een literatuurlijst en meerdere registers. De 160 kaarten en 140 objecten, kunstwerken en documenten zijn verbonden met onder meer het maken, uitgeven of verzamelen van kaarten.


Cartografie voor QR-tijdperk

De vele facetten van oude kaarten lezen en interpreteren trekken lezers als vanzelf de tijdreis door de wereld van historische cartografie in. Bijna alle cartografische afbeeldingen in deze Nederlandstalige uitgave komen uit Nederland en België. De kaarten zijn hier gemaakt, uitgegeven, gedrukt, gebruikt, verzameld of bewaard, op een enkele met Nederland, België of de vroegere Nederlanden verbonden kaart of hemelkaart na.

 

Het eerste QR-code systeem dateert van 1994 en is een uitvinding van het Japanse bedrijf Denso wave, dochteronderneming van Toyota. In onze tijd kun je, tot op het buitenterrein van het Observeum aan toe, QR-codes openen voor gebiedskaarten en bijbehorende extra informatie. Eeuwenlang waren kaarten een zeer kostbaar niet voor iedereen beschikbaar.

 

QR-codes op tafelkaart: Zie Notitie 2.
QR-codes op tafelkaart: Zie Notitie 2.

Joachim Hoppers, eerste kaart Friesland

De oudste kaart van Friesland (pagina 336) is van Joachim Hoppers (Sneek 11.11.1523 - Madrid 11.12.1576) jurist en hoogleraar en vanaf 1566 Secretaris van Staat voor Nederlandse zaken in Madrid en adviseur (voor de Habsburgse Nederlanden) van Filips II van Spanje. In zijn tijd was Latijn de taal van de wetenschap en de taal waarin binnenl Europa gecommuniceerd kon worden, vergelijkbaar met het Engels nu.

De afgebeelde kaart draagt de Latijnse titel Antiquae Frisiae situs sub Augusto Imperatore, ut fertur, rechtsonder staat, in Latijn, Iocachimis Hopperus Describebat. Hoppers toonde in 1579 zijn beeld van Friesland in de Romeinse (Keizer Augustus) tijd.

Het gebied waar Bergum in 1579 al is verrezen ziet er op de op overgeleverde documenten gebaseerde kaart anders uit. De stroomgebieden en het land hebben andere vormen dan in 1579 en op latere kaarten. De ontwikkeling van het landschap en de plaatsen waar mensen zich in Tytsjerksteradiel en andere gebieden vestigden zijn onder meer af te lezen aan kaarten zoals van Hoppers.

Historische kaart Friesland: Zie Notitie 3.
Historische kaart Friesland: Zie Notitie 3.

Geologische kaart, herkomstkaart

Kaarten kunnen lezers, kijkers en ook bezoekers van het Observeum de geschiedenis laten ervaren. Een plattegrond of kaart kan extra beeldinformatie bevatten, zoals de inzetfoto op de plattegrond van het Observeum waarop de bij de balie en museumdoorgang geologische schildering staat. De lagen vormen een bodemkundige doorsnedekaart die aansluit op de regio en op de tentoonstelling over de Middensteentijd.

In zaal 6 Geologie en bodemkunde liggen zeer oude zwerfstenen waarbij een heel andere getekende wandkaart naar de herkomst van de zwerfstenen verwijst en de weg waarlangs ze boven water kwamen. Het handboek gaat in op 150 soorten kaarten en er bestaan nog meer soorten.

 

Deel plattegrond Observeum: Zie Notitie 4.
Deel plattegrond Observeum: Zie Notitie 4.

Kunst, globes, hemel- en horizonkaarten

In het planetarium worden interactieve hemelkaarten geprojecteerd, ook bezit het museum deels draaibare hemelkaarten. Op pagina 54 van Oude kaarten lezen staan vloerkaarten van Joan en Willem Jansz Blaeu van 6 meter 14 in doorsnee. De drie ronde mozaïekkaarten van marmer liggen in de Burgerzaal van het voormalige stadhuis in Amsterdam, nu Paleis op de Dam. Ze stellen het universum voor, het westelijk en oostelijk halfrond en de sterrenhemel. Er bestaan ook horizonkaarten zoals de horizonkaart-schildering van het Middeleeuwse Burgum in de zaal Kloostertijd. Een ander type kaarten is de hemelglobe van Rainer Gemma Frisius (1508-1555), professor aan de Universiteit van Löwen, astronoom, cartograaf, instrumentenbouwer en arts. Hij produceerde in 537 in samenwerking met Gaspard van der Heyden (rond 1496- na 1549) en Gerard Mercator (1512-1594) een hemelglobe waarop de sterrenbeelden van Dürer zijn afgebeeld. Albrecht Dürer (21.05.1471, Neurenberg -6.4.1528, idem) was kunstschilder, tekenaar, maker van houtsneden en kopergravures, kunsttheoreticus en humanist uit de Noordelijke renaissance. Er zijn meer kaarten, atlassen en globes afgebeeld waaraan kunstenaars meewerketen en kunstwerken waarop kaarten en globes staan.

Hemelglobe uit 1537 : Zie Notitie 5.
Hemelglobe uit 1537 : Zie Notitie 5.

Vakmensen, ambachten, specialisten

Oude kaarten maken licht cartografische uit aan de hand van de vele soorten kaarten. Tussen stafkaarten, hoogtekaarten, kadasterkaarten, zeekaarten staan ook minder bekende kaarten zoals de in de twintigste eeuw uitgebrachte taalkaart van I. Habermehl over het woord voor het vrouwelijk rund (koe) in Nood- en Zuid-Nederland. De auteurs belichten naast de kaarten ook instrumenten voor het meten en kaarten maken en vakmensen als instrumentenmakers, inktmakers, prentmakers, graveurs, plaatsnijders, kunstenaars, drukkers, uitgevers, boek- en atlashandels, papier- of perkamentmakers en boekbinders. En de vele ambachtslieden die bij kaarte zijn betrokken.

Oude kaarten lezen, handboek voor historische cartografie is een magistraal boek.

Taalkaart: Zie Notitie 6.
Taalkaart: Zie Notitie 6.

Notities:

1. Bram Van Nieuwenhuyze, Marissa Griffioen en Anne-Rieke van Schaik. Oude kaarten lezen – handboek voor historische cartografie, Zwolle, 2023, Uitg. WBooks, gebonden, circa 300 afbeeldingen, kleur, 24×28 cm, 384 pagina’s. Literatuurlijst, registers plaatsnamen, zakennamen, personen. In samenwerking met Stichting Explokart, Allard Pierson, met steun van Isa de la Fontaine Verwey-le Grand Fond. ISBN 9789462585362. (€ 59,95).

2. QR-codes op tafelkaart, natuurroute, buitenmuseum Observeum (foto Gerhild van Rooij)

3. Joachim Hoppers, Antiquae Frisiae situs sub Augusto Imperatore, ut fertia: Eerste historische kaart van Friesland, 1579 (Universiteit Leiden, COLLBN Port 42 N 1) (pag. 336).

4. Deel Plattegrond Observeum, met ‘geologische’ inzet (Observeum).

5. Rainer Gemma Frisius in samenwerking met Gaspard van der Heyden en Gerard Mercator. Hemelglobe uit 1537 waarop sterrenbeelden van Dürer. Koperdiepdruk, diameter 37 cm. (National Maritime Museum, London: GLB0135). (pag. 214).

6. Taalkaart. I. Habermehl, het vrouwelijk rund (koe) in L. Grootaers en G.g. Kloeke. Taalatlas van Nood- en Zuid-Nederland (TNZN -1939-1972) afl. 2 nr.11, Leiden: Brill, 1941. Lithografie, 48x50 cm. Amsterdam. Meertensinstituuut Kaartenbanl nr. 11. (pag. 152).