Horizon februari

In deze HORIZON van maart 2024 vindt u de volgende artikelen: 
   (klik erop om meteen naar betreffende artikel te gaan)

We wensen u veel leesplezier en tot kijk in het Observeum. 

N.B. het archief met recente nieuwsbrieven (m.i.v. april 2023). Archief

 

Dinosaurussen en Getallen

door Andries Tóth

 


In de vorige In de Media besteedde ik aandacht aan de boekjes Ruimte en Tijd van Uitgeverij Noordboek in Gorredijk. In diezelfde serie verschenen nog de boekjes Getallen en Dinosaurussen. 

 

Dinosaurussen – '230 miljoen jaar geschiedenis voor mensen met weinig tijd' – is een enorm geestig geschreven boekje door Dr. Dean Lomax, een befaamde Engelse paleontoloog die de hele wereld afreist om overblijfselen van dinosauriërs of, zoals we nu zeggen, dinosaurussen op te graven. In dit deel staan zeer veel boeiende weetjes  over deze diersoort, die zeer lang heerste op onze planeet. Pas in 1824 werd de eerste erkende dinosaurus opgegraven, daarna ging het heel hard. Het is boeiend dat er zovele verschillende soorten dinosaurussen in verschillende periodes op Aarde zijn geweest, van zeer groot tot zeer klein. Van deze reptielen (want dat zijn alle dinosaurussen) stammen bovendien vele vogels af die nu nog de aarde bevolken. Ze kwamen vrijwel alle abrupt aan hun einde ten gevolge van een enorme meteoriet die ooit in het huidige Mexico insloeg. Deze meteoriet stortte neer met een snelheid circa 64.000 km per uur, waarbij een gigantische energie vrijkwam. Met enorme aardbevingen, overstromingen, bosbranden en stofwolken tot gevolg.

 

Het boekje Getallen – 'van nul tot oneindig voor mensen met weinig tijd' – door Colin Stuart neemt ons mee door de rekenkundige geschiedenis. Het eerste bewijs dat de mens kon tellen, was een opgraving van een bot met 29 inkepingen van 43.000 jaar oud in het huidige Mozambique. Waarschijnlijk probeerde men op deze wijze destijds het verloop van een maancyclus bij te houden. Nu hanteren wij het decimale rekenstelsel, maar voorheen werden er ook andere stelsels gebruikt. Zo gingen de oude Sumeriërs uit van een 60-tallig stelsel, wat we nu nog merken aan het feit dat 1 uur is verdeeld in 60 minuten en iedere minuut in 60 seconden. 

 

Over het ongrijpbare getal nul blijkt onder wetenschappers lang onenigheid te hebben bestaan. Nul is immers niks en delen door nul lukt ook al niet. Men is het er wel over eens dat nul een even getal is! Ook heel goed om te beseffen dat de som van de hoeken van een driehoek niet altijd 180 graden is. Dit laatste geldt namelijk niet per se voor driedimensionale driehoeken! Het boekje is echt een eye-opener.

 

Dr. Dean Lomax, Dinosauriërs, Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, paperback, 112 pagina's, ISBN 9789056156114. 
Colin Stuart, Getallen, Gorredijk, Uitgeverij Noordboek, 118 pagina's, ISBN 9789464711059.

 

Bronvermelding bij de twee extra illustraties:

Dinosauriërs. Bron: KIJK Magazine. Getal 0: Bron: Dreamstime

 

Sterrenhemel in maart

door Hans Molema

 

Sterrenkaart maart 2024

Vandaag begint de weerkundige lente. De meteorologische lente omvat per definitie de maanden maart, april en mei. De astronomische lente begint op 20 maart. 

 

De reis door Tytsjerksteradiel

door ChatGPT

 

Tytsjerksteradiel

De oorsprong van Tytsjerksteradiel: Een Reis door de Tijd

In een betoverend land, omgeven door weelderige velden en kabbelende beekjes, ligt de gemeente Tytsjerksteradiel. Maar wat schuilt er eigenlijk achter deze betoverende naam? Laten we ons meevoeren op een reis door de geschiedenis van deze charmante gemeenschap.

 

Het begint allemaal in een tijd lang geleden, toen de dorpsnaam Tytsjerk op de lippen van de mensen klonk als een melodie. In 1392, zo gaat het verhaal, werd dit dorp Thiatzercka genoemd, een naam die mogelijk werd ontleend aan een zekere Tiete. Tytsjerk, de kerk van Tiete, werd het kloppende hart van de regio, waar mensen samenkwamen om te bidden en te koesteren wat belangrijk was.

 

Maar waarom werd juist Tytsjerk gekozen om haar naam aan de hele regio te schenken? Sommigen fluisteren dat het te maken had met haar strategische ligging, waar water en land elkaar omarmden in een eeuwige dans. De grietenijen, geboren tussen 1100-1300, waren een verbond van dorpen in een hecht waterschapsverband. Terwijl elk dorp zijn eigen stukje vruchtbaar veenmoeras drooglegde, was het de gemeenschap die samenkwam om het overtollige water weg te leiden. Tytsjerk, gelegen op een strategisch punt, stond als een wachter aan de poorten van de Middelzee.

 

Maar het leven in Tytsjerksteradiel was niet altijd zo idyllisch als het klinkt. In een tijd van overstromingen en strijd met het water, bleven de inwoners standvastig. De watervloed van februari 1825 staat nog in het geheugen gegrift, toen het zoute water dapper het land binnendrong, tot aan de drempels van dorpen als Earnewâld, Suwâld en Garyp. Maar zelfs in tijden van tegenspoed, bleef de gemeenschap veerkrachtig, vastberaden om haar grond te beschermen.

 

Terwijl de zandgronden hoog rezen boven de dreiging van het water, vertelden de archeologische vondsten een verhaal van oude bewoning. In de schaduw van het Burgumer Mar, werden stenen gebruiksvoorwerpen van vervlogen tijden gevonden, fluisterend over een tijd waarin jager-verzamelaars hun handen vuil maakten met de jacht op herten en wilde varkens. Later, toen de dorpen zich verder ontwikkelden, vonden de mensen hun bestaan in de vervening, visserij, landbouw en jacht, verankerd in het ritme van het land.

 

Tytsjerksteradiel, een naam die een glimp biedt van een tijd vervlogen maar nooit vergeten. Haar geschiedenis is als een oude legende, doorgegeven van generatie op generatie, en haar gemeenschap blijft trots staan als een baken van hoop en veerkracht in een steeds veranderende wereld.

 

In de collectie, aflevering 44 Feestrede

door Gerhild van Rooij

 

Ulbo Wilhelmus Thoden van Velzen, Feestrede ter inwijding van de kerk op de Bergumerheide. 

In de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag bevindt zich een exemplaar van de Feestrede ter inwijding van de kerk op de Bergumerheide uit 1851. De feestrede is geschreven door de in Oudkerk geboren Ulbo Wilhelmus Thoden van Velzen, die in 1892 is overleden te Bergumerheide. Het exemplaar uit de Koninklijke bibliotheek is prachtig ingebonden in een rode leren omslag met op het voorplat en het achterplat een kader van bladgoud tegen de buitenrand en daarbinnen een bladvullend en sierlijk ornament van bladgoud. Op de heide was er geen luxueuze uitgave, het exemplaar van deze zelfde Feestrede uit de collectie van het Observeum is een heel eenvoudig uitgevoerd drukwerkje met dunne papieren rode omslag. Op deze omslag staat iets verder van de rand ook een dubbel kader, niet van bladgoud maar zwart, het ene is een lijnkader het andere kader is een gekartelde sierrand. Het is de enige versiering. Binnen het dubbele kader staat in afwisselende lettertypes en verschillend korps of grootte zoals in het jaar van uitgave gebruikelijk het volgende opschrift: 

 

FEESTREDE / TER INWIJDING / van de / KERK OP DE BERGUMERHEIDE, / Den 19 januarij 1851, / uitgesproken door / U.W. THODEN VAN VELZEN. / -o- / Uitgegeven ten voordele van de / nieuwgebouwde kerk. /”

Op de titelpagina staat de uitgever genoemd met plaats en jaar: “Leeuwarden, G.T.N. Suringar, 1851.”  Op de volgende pagina staat: ‘Gedrukt bij G.T. N. Suringar.’ De combinatie van drukker en uitgever was rond 1851 gebruikelijk. 

 

Heidzjers onder elkaar

De in druk verschenen feestrede wijst erop dat de inwijding van de eigen kerk een grootse en belangrijke gebeurtenis was voor de heidzjers van de toen nog uitgestrekte Bergumerheide.  De ventweg langs de Rijksstraatweg 15 in Noardburgum doorsnijdt de door eikenbomen geflankeerde oprijlaan naar die kerk en de begraafplaats. De kerk maakt deel uit van Rijksmonument 512526, een kerkelijk complex. Naast de zaalkerk uit 1851 met torenhaan - windvaan, omvat het complex een later verhoogde en verbouwde pastorie uit 1849, net als de kerk met de voorgevel naar de Rijksstraatweg, dwars daartussen staat een catechisatielokaaltje uit 1895 en achter de kerk ligt de begraafplaats, met de entree recht van de kerk van de oorspronkelijk Nederlandse Hervormde gemeente. 

 

Ten verzoeke van de commissie, eerste steenlegger Ypey

De gezwarte tekst in dubbel gezwart kader op de hardstenen gevelsteen midden op de voorgevel, boven de entree van de zaalkerk luidt: 

'Op den 19den junij 1850 is de eerste / steen gelegd door Age Looxma Ypey, / ten verzoeke van den commissie tot opbouw /der kerk en pastorij; zijnde: D.J. Wadman, - S. Douma,-  U.W. Thoden van Velzen, - G.J. Wilhelmij (vroeger overl.) en W. Tromp.' 

De eerste steenlegger Age Looxma Ypey, was de zoon van dr. Nicolaas Ypey die in 1848 was begonnen met de ontginning van de voormalige Bergumerheide als werkverschaffing voor de bewoners van de heide voor wie deze kerk op de Bergumerheide werd opgetrokken. De gevelsteen herinnert mede aan de eerste predikant in deze kerk: Ulbo Wilhelmus Thoden van Velzen, schrijver van de Feestrede die in het Observeum bewaard wordt.

 

Ulbo Wilhelmus Thoden van Velzen

Hij liet zich op 25 september 1835 inschrijven als student aan de hoogeschool (universiteit) te Groningen. Tien jaar later, in 1845, werd hij hulpprediker te Bergum. Hij schreef het jaar daarop Tafereelen uit de Openbaring van Johannes, de eerste drie hoofdstukken, uitgave in Groningen, 1846) en Schetsen. der algem.(ene) geschiedenis, naar het Hoogduits, uitgave in Leeuwarden, 1846. Drie jaar later verschenen Gods leiding met het menschdom. Een vraagboekje over de geschiedenis van het Godsrijk en Uw koninkrijk kome. Een vraagboekje over de geschiedenis van het Godsrijk, volgens den Bijbel, 2e verm.(eerderde) Druk, beide in 1849 in Leeuwarden uitgegeven. In 1851 volgen een Zestal Evangelieredenen en Kom over en help ons. Roepstem der heidenen tot Christenen in Nederland ende in Leeuwarden gedrukte en uitgegeven feestrede voor de inwijding van de kerk in Bergumerheide. De drie boeken zijn in Leeuwarden uitgegeven. Pas in 1852 is U. B. Thoden van Velzen officieel de tweede predikant van Bergum voor de Bergumerheide. 

 

1852-1883

Hij blijft tweede predikant voor Bergumerheide tot 1880, in dat jaar is de laatstgenoemde plaats kerkelijk van Bergum gescheiden en werd hij tot zijn dood predikant van de kerk in Bergumerheide. Er verschenen in de periode 1852-1881 nog meer boeken, gedichtenbundels en vertalingen. Twintig dagen aan de oevers van Maas en Rijn verscheen in Arnhem, in 1855; daarna volgde weer een Vraagboekje over de bijbelsche en kerkel(ijke) geschiedenis dat in 1861 in Leeuwarden uitkwam. Gevolgd door De levensgeschiedenis van onzen Heer Jezus Christus, volgens de vier Evangeliën in 1862 in Groningen en Gedichten, ook in 1862 maar in Leeuwarden. Daarop volgt Zes weken in het Noorden dat in 1867 uitkomt in Dragten (nu Drachten), De omvangrijke vertaling van Dante Alighieri, De goddelijke komedie. Met schets van den inhoud, verklaring en aant.(ekeningen) verschijnt in 1875 in Leeuwarden, 1875 en weer verschijnen er dichtbundels, eerst Laurier en Olijf. Vertaalde en oorspr(onkelijke) gedichten in 1877 in Leeuwarden en daarna Godsdienstige poëzie in 1881 en ook weer in Leeuwarden. Het laatste werk is Geschiedenis van het Godsrijk volgens den Bijbel dat in 1882 verschijnt wederom in Leeuwarden.

 

Van Hervormd naar Protestant

Op het gazon voor de kerk staat een groot bord met het PKN-logo van de Protestante Kerk Nederland en op het zwarte gevelbordje rechts op de voorgevel van de kerk staat in witte letters PROTESTANSKE TSJERKE 5-9-2004. De oorspronkelijke hervormde gemeente is in 2004 samen met de voormalige gereformeerde gemeente Noardburgum opgegaan in de Protestante gemeente Noardburgum die hier kerkt. In het jaar dat de kerk ingewijd werd lag de kerk nog op de Bergumerheide en heerste hier armoede. Een eigen kerk, waar de heidzjers uit de hutten op de heide geen buitenstaanders waren, maar onder elkaar konden kerken gaf een groter gevoel van saamhorigheid en waardigheid. Hier staken ze niet af tegen rijkere kerkgangers en keek niemand neer op hun afkomst. In hun eigen kerk waren ze gelijken, hardwerkende mensen die zwaar werk verrichten om het land te ontginnen en daarmee de basis legden voor het huidige landschap rond Noardburgum.  

 

Bronnen: 

PKN Noardburgum, RCE.nl, relikwi.nl, DBNL, Museum.frl.; wumkes: P.J. Blok, O.c. Molhuysen, Nieuw Nederlands biografisch Woordenboek  (NNBW), dl 10.

Notities

1. Ulbo Wilhelmus Thoden van Velzen, Feestrede ter inwijding van de kerk op 

   Bergumerheide, 1851, Suringar (collectie Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).

2. Feestrede, 1851 (zie 1). Object T2011-VIII-06-02 (collectie en foto Observeum).

3. Rijksmonument 512526, kerkelijk complex, zaalkerk, pastorie, catechisatielokaal (de kleine

    kerk), kerkhof (entree), zie 4 t/m 8 (foto Gerhild van Rooij).

4. Noordbergum, Herv. Kerk, met eiken omzoomde laan naar Kerk en Kerkhof,
    (historische zwart-witfoto-ansichtkaart).

5. Gevelsteen boven entree zaalkerk voor Bergumerheide (foto Gerhild van Rooij).

6. Entreedeur Zaalkerk, Rijksstraatweg 15, Noardburgum (foto Gerhild van Rooij).

7. Bordjes Protestante kerk en Aula (foto Gerhild van Rooij).

8. Zaalkerk en entree kerkhof, Noordbergum (foto Gerhild van Rooij).