HORIZON

Horizon februari

In de HORIZON van augustus 2024 staan de volgende artikelen: 
   (klik erop om meteen naar betreffende artikel te gaan)

We wensen je veel leesplezier en tot kijk in het Observeum. 

N.B. het archief met recente nieuwsbrieven (m.i.v. april 2023). Archief


 

In de collectie nummer 49 Butte

Auteur Gerhild van Rooij

 

Budde
1. Butte uit 1875 (Foto Observeum)

Butte Observeum
Het museumdeel van het Observeum, museum en sterrenwacht Burgum is begonnen als oudheidskamer en streekmuseum. In de collectie zijn diverse objecten opgenomen die afkomstig zijn uit Burgum en omgeving, passend bij de streekgeschiedenis en Friese geschiedenis, zoals de butte die deze maand centraal staat. Op de website museum.frl is de titel van dit object butte, but, budde, botte, en de objectcategorie kledingkist. De omschrijving luidt: Ovale houten koffer, Hindeloopers beschilderd. Met deksel. Op het deksel een grendel en handvat. Datering 1750 – 1875 (Object 1992-IV-24-01). In het “Van Dale Etymologisch woordenboek” staat onder butte: botte, buut [mand] en botte, but(te), bud [draagkoffer, koffer]. Een handgemaakte butte werd voor verschillende doeleinden gebruikt. De butte met lichte gebruikssporen is een geschenk van de Pleats aan het Observeum en daar in diverse tentoonstellingen getoond. Kleine butten werden wel gebuikt als handtas. In de periode 1750 tot 1875 reisde men meest per trekschuit over water en ook per rijtuig over land, er waren in die tijd veel minder goede verharde wegen dan waterwegen. De Friese, zeer productieve geleerde Joost Hiddes Halbertsma (1789-1869) schreef in 1854 over de budde of butte: “Dit is een groot formaat Hindelooper koffer, waar men op reis zijne benodigdheden in pakte, tot versnaperingen toe, zoals appel, brood, kaas, een toegeschroefde tinnen boterpot, enzovoort”. Halbertsma beschrijft de budde als handbagage of een reistas voor onder meer proviand. 

Hindelooper Bruiloft
2. Kaart met Hindelooper Bruiloft in Hindelooper kamer (1905)

Teken van rijkdom in huis

Beschilderde meubels en gebruiksvoorwerpen waren een teken van rijkdom, evenals een beschilderd interieur. Het bekendste voorbeeld daarvan in Nederland is de zogenaamde wereldberoemde Hindelooper kamer die in Hindelooper stijl is beschilderde, inclusief de beschilderde objecten en meubels. Complete Hindelooper kamers waren te zien op de Wereldtentoonstelling en in diverse musea en een speciaal hiervoor gebouwde kamer is getoond in de oude en huidige locatie van het Fries Museum in Leeuwarden. Voorbeelden van het Hindeloopen interieur waren recent nog te zien in de kunst en tableaus in de tentoonstelling “Christoffel & Kate Bisschop: Verlangen naar vroeger” in het Fries Museum en zijn terug te zien in het gelijknamige boek. Het negentiende-eeuwse kunstenaarsechtpaar Bisschop leefde in een tijd van industrialisatie en grote veranderingen waarin veel handwerk en tradities verdwenen. 

Minsken
3. Minsken, Friese klederdracht in de vitrine (Foto Observeum)

Minsken, rijk en arm in de negentiende eeuw

De aan het Observeum geschonken butte stond als laatste enkele jaren in de vaste tentoonstelling “Minsken” waarin de tegenstelling tussen arm en rijk in de negentiende eeuw belicht. De butte met zogenoemde rode Hindelooper beschildering stond in de meer dan menshoge vitrine op de grond waardoor de motieven van de bonte schildering en de bijzondere vorm van de deksel en de sluiting goed uitkwamen. Links van de butte stond een dame in lange kleding met bonte motieven op een lichtere rode ondergrond, ze zou evenals een tweede in zwart-wit geklede dame in de vitrine zo op reis kunnen gaan of thuiskomen met de luxe beschilderde koffer of zou ze de butte als kledingkist gebruiken. Veelvoorkomende elementen in de Hindeloper schilderkunst zijn acanthusranken, rozen, tulpen, papaverbollen, en vogels. Op de butte staan onder meer rozen en tulpen afgebeeld, het zijn motieven die net als de accanthusranken ook in Noorwegen gebruikt zijn op buttes en in beschilderde interieurs. 

kettingsteken
4. Detail Overlap met kettingsteken als sluiting (Foto Observeum)

Vormen, formaat en overlapping

De butte is een ovalen houten of spanen doos met een deksel die op een bijzondere manier gesloten kan worden. Ook ronde exemplaren komen voor. De butte in het Observeum is van hout gemaakt, daarvoor zijn bevochtigde dunne repen hout verwarmd en rond een ovale vorm gebogen (In Noorwegen heet deze techniek sveiping). Het overlappende deel van de opgedroogde ovale vorm werd vastgenaaid of vastgemaakt met pennen er doorheen en de naden zijn vaak versierd. De butte in het Observeum heeft een verticale rij van 10 kettingsteken op het uiteinde van de overlapping en op het bredere deel boven, onder en rechts rijen van enkele kettingsteken. In de groen geschilderde binnenwand zijn de kettingsteken ook duidelijk te zien. De planken van de bodem hebben dezelfde kleur en er is een kleine kier zichtbaar tussen de bodem en de overlap. Veel butten zijn gemaakt van berkenhout met een vuren- of grenenhout bodem en, of deksel. Miniatuur buttes zijn siervoorwerpen, grotere zijn gebruiksvoorwerpen en dankzij de decoratie met schilderwerk, houtsnijwerk, branden of een combinatie daarvan tegelijk siervoorwerp. In musea staan achttiende eeuwse buttes van circa 18 cm lang, 10 cm breed en 6,5 cm hoog en grotere exemplaren zoals de 30,5 cm hoge, 65.5 brede en 31,5 diepe butte in het Observeum. Afhankelijk van het formaat zijn de butten gebruikt als reiskoffer, kledingkoffer, kist of doos om textiel te bewaren, broodtrommel, naaidoos en bijvoorbeeld voor het meenemen van visserstuig. In het tijdschrift “Biekorf”, jaargang 37 uit 1931, uitgever Van Poelvoorde te Brugge, staat onder ‘Uit den ouden taalschat’ Buttier genoemd. Bij de uitleg staat dat de draagkorf van de dienders bij metsel-en-aarde-werk en dijkwerk in Middelnederlands eene butte, but, bud of botte genoemd werd en dat de buttier een bot(te)drager is. Het Franse woord boîte, doos, ligt in klank dicht bij botte. 

5. Oudst gevonden butten bij Vikingen (Foto Observeum)
5. Oudst gevonden butten bij Vikingen (Foto Observeum)

Oudst gevonden butten bij Vikingen

De butte was populair in plaatsen aan de toenmalige Zuiderzee, naast Hindeloopen bijvoorbeeld ook Lemmer, Makkum, Stavoren, Workum en Marken, voorbeelden staan in musea en zalen met voorwerpen of volkskunst en in volkenkundige musea, oudheidskamers en streek- en stadsmusea en in veel historische zeevaartmusea. De beschilderde butten voor kleding of als koffer zijn ook wel afgebeeld op schilderijen van bijvoorbeeld Sebes en op andere kunstwerken die te zien zijn in musea voor kunst uit de periode waarin de werken gecreëerd zijn. Butten worden in Noorwegen en Zweden nog steeds gebruikt worden voor het opbergen van textiel en heeft oude voorgangers. In het Noorse dorpje Oseberg vond een boer in 1903 een grafheuvel op zijn land, waarin een Vikingschip lag dat gebruiksvoorwerpen bevatte. Delen van dit Vikingschip dateren uit 800 na Christus, mogelijk is het schip nog ouder. Aan boord van het grafschip werden met houtsnijwerk en geometrische patronen versierde spanen dozen gevonden die qua vorm en techniek lijken op de Noorse butten van de 18de en 19de eeuw. Een tweede in 1880 in een Noors fjord in een grafheuvel van zeeklei gevonden Gokstadschip is gedateerd op eind 9de eeuw en bevatte ook versierde butten. Beide grafschepen lagen in de provincie Vestfold in Zuid-Noorwegen.

Butte in Minsken
6. Butte in Minsken (Foto auteur)

De Pleats 

De Pleats is in de jaren '70 van de 18e eeuw gebouwd om de rijkdom van Haye Tjallings te publiek te tonen. Pleats is Fries voor boerderij en de grote schuur met luxe voorhuis maakten duidelijk dat de pleats van boer Haye Tjallings zich kon meten met pleatsen van andere rijke boeren in de omgeving. In het Observeum herinnert niet alleen de budde aan De Pleats. In de nieuwsbrieven van het Observeum van oktober en november 2020 is in de rubriek Object van de maand (nu In de collectie genoemd) een met De Pleats verbonden crayon of pastelkrijttekening beschreven die tot nu toe in Minsken te zien is. Het verfijnde kunstwerk dateert uit 1810 en stelt Tjalling Hayes Haisma voor, nazaat van Haye Tjallings. T.H. Haisma was commissaris, repartiteur, maire (burgemeester) acessor en herenboer. De maker van het portret is kunstschilder Willem Bartel van der Kooi (1768-1836), onder meer lector aan de Friese Academie in Franeker (Universiteit). Hij ontving een eerste Koninklijke Schilderprijs van Koning Willem I.  Van der Kooi was op 21 april 1805 gehuwd met Jetske Hayes (1779-1809) dochter van Tjalling Hayes. De fraai versierde butten werden door de elite gebuikt, waaronder de families van de rijke boeren. 

Beschildering butte
7. Beschildering butte (Foto Observeum)

Beschildering butte

Friese en Nederlandse zeelieden voeren naar de Oostzee en namen van hun reis uit Scandinavië en omliggende landen butten mee als souvenir en reiskoffer, meestal onbeschilderde exemplaren. Charlotte Oosterhof schrijft in haar op de pagina’s 23 tot en met 26 van het “Jaarboek 2019 Noordelijk Scheepvaart Museum” over de butte. De titel van haar bijdrage luidt: ‘Noorse tiner en Hindelooper butten: een gewone opbergdoos of een stukje volkskunst’. Ze vertelt dat de Scandinavische landen verschillende namen hanteren voor de buttes, Denemarken noemt ze teiner, Noorwegen tiner, Zweden Svepaskar of sponesker. De naar Friesland of Nederland meegebrachte buttes werden meestal lokaal beschilderd, de butte in het Observeum is in Hindeloopen beschilderd. Er zijn butten bewaard die in Noorwegen in een Noorse lokale stijl zijn beschilderd en in Friesland zijn gebuikt, zoals de Noorse butte in het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek. De beschildering van de achttiende en negentiende eeuwse butten bestond uit een egaal gekleurde of witte ondergrond met meestal bontgekleurd motieven in de volkskunststijl van de plaatsen waar ze beschilderd werden. 

Hindelooper Schilderingen
8. Hindelooper Schilderingen (Foto Observeum)

Hindelooper schildering

De Hindelooper kleuren zijn rood, groen, blauw en crème en de Hindeloopen stijl is een bont sierpatroon van bloemmotieven en bladranken zoals op de ovale koffer met deksel in het Observeum. Deze rode butte is rondom beschilderd met Hindelooper florale motieven, ook de deksel met handvat is ermee bedekt. De houten pennen aan de korte zijden van de butte zijn egaal donkergroen en contrasteren met de rode bonte beschildering en de metalen grendel. In Hindeloopen zijn nog altijd de naar de ondergrondkleur genoemde rode, blauwe, groene en creme buttes te bestellen (levertijd is 4 tot 6 weken), beschilderd in origineel traditioneel schilderwerk van Roosje Hindeloopen. De 37 bij 20 cm grote buttes zijn volledig handwerk en worden er gezien als typisch Hindelooper objecten omdat ‘alleen in Hindeloopen de buttes zo mooi beschilderd werden door lokale ambachtslui’.  Oude en nieuwe Hindlooper buttes blijven blikvangers in het interieur en in musea. 

 Tekst Gerhild van Rooij

 

Notities foto's:

  1. Butte uit 1875 (ST1992-IV-24-01, foto Observeum).
  2. Kaart met Hindelooper Bruiloft in Hindelooper kamer, voor 1905 (historisch).
  3. Minsken, rechterwand (in 2020), links de butte naast Friese klederdracht in de vitrine, op de wand 5e portret vanaf rechts de crayon ‘Haitsma’ door W.B. van der Kooi (ST2007-VIII-01), (foto auteur).
  4. Detail Overlap met kettingsteken als sluiting uit (zie 1).
  5. Schildering van gaande vogel met naar links gewende kop tussen bloemen op de lange zijde van de butte in het Observeum. (foto Observeum). 
  6. Butte in Minsken in 2020 (foto auteur). 
  7. Detail beschildering, met rozen, blad en tulpen op rode ondergrond (zie 1). 
  8. De geopende butte uit het Observeum, de effen binnenzijde met de van planken samengestelde bodem en een kier onder de binnenwand met de genaaide sluiting (foto Observeum). 

 

Barry het boegbeeld
Auteur Thomas van Roijen

 


Eeuwenoud beeld ‘Barry’ afkomstig van VOC-schip. 

‘Barry het Boegbeeld’ blijkt toch geen boegbeeld. Zo blijkt na nader archeologisch onderzoek van een eeuwenoud houten beeld dat een jaar geleden voor Texel werd opgevist door garnalenvissers. Het bijzondere beeld, dat de naam Barry kreeg, werd gevonden tussen het wier in de netten van een garnalenkotter. De archeologen hebben achterhaald dat Barry afkomstig was van een zeventiende-eeuws oorlogsschip van de VOC en zich bevond op het middendek. Daar versierde het krijgersbeeld een trap en moest het vijanden angst in boezemen. Kijk maar eens in die priemende ogen.

 

Opgevist uit de Waddenzee

Toen Barry bovenwater kwam werd al snel duidelijk dat het om een unieke vondst ging. Het komt namelijk zelden voor dat een houten kunstwerk zo gaaf uit zee wordt gevist. Meestal hebben de beruchte paalwormen, de ‘termieten van de zee’ die vroeger scheepshout en dijkpalen stukvraten, wrakhout in een mum van tijd aangetast. Gelukkig heeft Barry lang onder het zand gelegen, waardoor de paalwormen en het zeewater weinig schade hebben kunnen aanrichten. 

Het beeld werd door archeoloog Michiel Bartels ter conservatie gevriesdroogd. Na vijf maanden in de vriezer te hebben gestaan, kwam er vijf liter water uit het beeld. Barry is hiermee iets gekrompen, maar ziet er verder hetzelfde uit als een jaar geleden.

 

Frygische muts

Wat weten we nog meer over het beeld? Ondanks dat er nog geen pigmentonderzoek is gedaan, wijzen verfresten uit dat het hoofd van het beeld met rood, geel, blauw en wit was beschilderd. Verder is het hoofddeksel dat Barry draagt een Frygische muts. Deze muts werd in het Romeinse Rijk gezien als een vrijheidssymbool, omdat het werd gedragen door vrijgelaten slaven en hun nakomelingen. Tijdens en na de Tachtigjarige Oorlog werd in de Republiek dezelfde vrijheidssymboliek toegekend aan de Frygische muts. Naast beangstigend waarschuwingsteken was Barry dus ook een beeld met een vrijheidsboodschap.

 

Verder onderzoek, naar bijvoorbeeld de exacte leeftijd en herkomst van het beeld, laten nog even op zich wachten. Hiervoor moeten de jaarringen en de samenstelling van het hout nader onderzocht worden. Daarnaast wordt er naarstig gezocht naar een vitrine met de juiste temperatuur voor Barry. Hout vergaat namelijk snel, ook van zo’n gave vondst zoals de vierhonderd jaar oude krijger. Het beeld komt terecht in de Havenboet in Den Oever, waar het van 1 tot en met 4 september is te bewonderen tijdens de Flora & Visserijdagen. 

Bron: Archeologieonline.nl

Sterrenhemel augustus

Door Hans Molema

 

sterrenhemel

Planeet Mars

Door Wikipedia

 

Mars

Mars, geteld vanaf de zon, is de vierde planeet in ons zonnestelsel en bevindt zich in een baan tussen de Aarde en Jupiter. Deze planeet is kleiner dan de Aarde en heeft een maximale magnitude van -2,9, waardoor het minder helder is dan Venus en vaak ook minder helder dan Jupiter. Hoewel Mars bekend staat als de 'rode planeet', heeft het in werkelijkheid een meer okerkleurige tint. De naam van de planeet komt van de Romeinse oorlogsgod. Mars is met het blote oog zichtbaar, vooral tijdens de maanden van oppositie, wanneer het 's nachts verschijnt als een heldere, roodachtige 'ster' die door zijn relatieve nabijheid eerder als een schijfje dan als een puntbron wordt waargenomen. 

 

Mars wordt omringd door twee natuurlijke manen. Ze hebben beide een onregelmatige, aardappelvormige structuur en hun banen bevinden zich relatief dicht bij de planeet. Het is de veronderstelling dat deze manen planetoïden zijn die door de zwaartekracht van Mars zijn gevangen. 

Mars heeft een diameter die ongeveer de helft is van die van de Aarde en een massa die ongeveer een tiende is. De totale oppervlakte van Mars is bijna gelijk aan de totale landoppervlakte van de Aarde.

Bron: Wikipedia 

Marsrover Curiosity

Door Vivian Lammerse 

 

mars

Marsrover Curiosity stuit onverwacht op een bijzondere vondst onder zijn wielen

Wetenschappers waren verbaasd toen een steen waar Marsrover Curiosity overheen reed, barstte en iets onthulde dat nog nooit eerder op de rode planeet is gezien: gele zwavelkristallen.

Sinds oktober 2023 verkent het Marswagentje Curiosity een gebied op Mars dat rijk is aan sulfaten, een type zout dat zwavel bevat en ontstaat wanneer water verdampt. Toch waren onderzoekers zeer verrast toen ze een betere blik wierpen op een steen die Curiosity per ongeluk had opengebroken. Curiosity had onverwacht gesteenten gevonden die uit puur zwavel bestaan – een unicum op de rode planeet.

 

Gele zwavelkristallen

Hieronder is de foto van de gele zwavelkristallen te aanschouwen. Waar eerdere ontdekkingen zwavelhoudende mineralen betroffen – dus een mix van zwavel en andere materialen – bestaat het gesteente dat hieronder te zien is uit elementaire, oftewel pure, zwavel. Het is nog onduidelijk welke relatie, als die er is, deze pure zwavel heeft met de andere zwavelhoudende mineralen in het gebied.

Afbeelding: NASA/JPL-Caltech/MSSS 

 

Zwavel

Curiosity hoeft in de buurt van deze gele zwavelkristallen gelukkig zijn neus niet dicht te houden. Hoewel zwavel vaak wordt geassocieerd met de geur van rotte eieren (door waterstofsulfidegas), is pure zwavel geurloos. Het opmerkelijke is alleen dat het zich vormt onder een beperkte reeks omstandigheden die wetenschappers nog niet eerder hadden gekoppeld aan de geschiedenis van de vindplaats. Bovendien vond Curiosity er veel van: het lag verspreid over een veld van heldere gesteenten die lijken op het gesteente waar de rover overheen reed.

 

Oase

Missieleden kunnen hun geluk niet op. “Het ontdekken van een veld met stenen van puur zwavel is vergelijkbaar met het vinden van een oase in de woestijn,” legt missie-lid Ashwin Vasavada uit. “Het zou daar eigenlijk niet moeten zijn, dus we moeten nu uitzoeken hoe dat zo is gekomen. Het vinden van zulke vreemde en onverwachte dingen maakt planetaire verkenning zo opwindend.”

 

Ontdekkingen

De ontdekking van de gele zwavelkristallen kan worden toegevoegd aan de toch al indrukwekkende lijst van bijzondere vondsten die Curiosity heeft gedaan. Tijdens zijn verkenning van het Gediz Vallis-kanaal, een sleuf die langs een deel van de vijf kilometer hoge Mount Sharp slingert en waarvan de rover de basis sinds 2014 beklimt, stuitte hij al op veel verrassingen. Elke laag van de berg vertegenwoordigt een verschillende periode in de geschiedenis van Mars. Curiosity’s missie is om te onderzoeken waar en wanneer het oude oppervlak van de planeet mogelijk de voedingsstoffen heeft geboden die nodig zijn voor microbiologisch leven, mocht er ooit leven op Mars zijn geweest.

 

Gediz Vallis-kanaal

Het Gediz Vallis-kanaal werd jaren vóór de lancering van Curiosity al vanuit de ruimte opgemerkt en is een van de belangrijkste redenen waarom het wetenschappelijk team dit deel van Mars wilde verkennen. Wetenschappers geloven dat het kanaal is gevormd door stromen van vloeibaar water en puin, die een richel van keien en sediment hebben achtergelaten die zich ongeveer drie kilometer langs de berghelling onder het kanaal uitstrekt. Het doel is om beter te begrijpen hoe dit landschap miljarden jaren geleden is veranderd. Hoewel recente ontdekkingen nuttig zijn geweest, is er nog veel te leren van dit indrukwekkende landschap.

 

Grote hopen puin

Sinds Curiosity dit jaar bij het kanaal arriveerde, hebben wetenschappers onderzocht of oude overstromingen of aardverschuivingen verantwoordelijk zijn voor de grote hopen puin die vanuit de bodem van het kanaal omhoog komen. De meest recente gegevens van Curiosity wijzen erop dat beide factoren een rol hebben gespeeld: sommige hopen zijn waarschijnlijk ontstaan door heftige water- en puinstromen, terwijl andere mogelijk het gevolg zijn van meer lokale aardverschuivingen. Deze conclusies zijn gebaseerd op de stenen die in de puinhopen zijn aangetroffen: stenen die door waterstromen zijn meegenomen, zijn vaak afgerond zoals rivierstenen, terwijl sommige puinhopen juist vol zitten met hoekigere stenen die mogelijk zijn afgezet door droge lawines.

 

Water

Uiteindelijk heeft water zich door al het materiaal dat hier is neergeslagen, verspreid. Chemische reacties door het water hebben in sommige stenen witte ‘halo’-vormen veroorzaakt. Erosie door wind en zand heeft deze halo-vormen door de tijd heen zichtbaar gemaakt. “Dit was geen rustige periode op Mars,” zegt onderzoeker Becky Williams. “We zien verschillende stromen door het kanaal, waaronder krachtige overstromingen en stromen vol puin.” Kortom, deze bevindingen suggereren dat Mars in het verleden een veel actievere planeet was dan eerder werd aangenomen, met periodes van gewelddadige overstromingen en aardverschuivingen die het landschap vormden.

 

Mammoth Lakes

Al dit watergerelateerde bewijs onthult een complexer verhaal dan het team aanvankelijk had verwacht. Ze waren dan ook enthousiast om een gesteentemonster uit het kanaal te halen om meer te ontdekken. Hoewel de zwavelstenen te klein en breekbaar waren om met de boor te worden bemonsterd, werd in de buurt een grote steen met de bijnaam ‘Mammoth Lakes’ gevonden. Missieleden moesten een geschikt gedeelte van de steen vinden om veilig te kunnen boren en een geschikte plek op het losse, hellende oppervlak zoeken om te parkeren.

 

Nadat Curiosity zijn 41e gat had geboord met de krachtige boor aan het einde van de twee meter lange robotarm, werd het poederige gesteente verzameld in de instrumenten in de rover voor verdere analyse. Dit stelt wetenschappers in staat om te bepalen uit welke materialen het gesteente is samengesteld.

Al met al hebben de ontdekkingen van de Curiosity rover in het Gediz Vallis-kanaal het inzicht in de geologische geschiedenis van Mars aanzienlijk verdiept. En elke nieuwe vondst brengt wetenschappers dichter bij het ontrafelen van de vraag of Mars ooit de voorwaarden heeft gekend die nodig zijn voor microbiologisch leven. Curiosity heeft Mammoth Lakes inmiddels verlaten en is nu op pad om te kijken welke andere verrassingen er in het kanaal op ontdekking wachten.

 

 Bron: scientias.nl

Planetoïde Apophis

Door Nu.nl

 

planetoïde Apophis

Planetoïde Apophis

Het Europees ruimteagentschap ESA stuurt een ruimteschip naar de planetoïde Apophis. Het rotsblok met een doorsnede van 375 meter scheert in 2029 relatief dicht langs de aarde. De missie moet inzicht verschaffen in de effecten van planetaire zwaartekracht op planetoïden. Planetoïde '99942 Apophis' is met zijn doorsnee van ongeveer 375 meter "zo groot als een cruiseschip", schrijft ESA.

 

Apophis passeert de aarde op vrijdag 13 april 2029 op slechts 32.000 kilometer afstand. Daarmee komt de planetoïde dichterbij dan bijvoorbeeld satellieten die voor gps-navigatie worden gebruikt. Die afstand is ook minder dan een tiende van de afstand tussen de aarde en de maan. ESA grijpt deze gebeurtenis aan om meer te weten te komen over planetoïden. Het ruimteagentschap hoopt dat de missie, die Ramses is gedoopt, licht zal werpen op de samenstelling, de massa en de interne structuur van Apophis. Ook is het benieuwd naar hoe die veranderen als de planetoïde in de grip van de zwaartekracht van de aarde terechtkomt.

 

Ramses wordt in april 2028 gelanceerd

Voor deze missie wordt een ruimtevaartuig ontwikkeld en gelanceerd dat de planetoïde van dichtbij en met verschillende instrumenten bestudeert. Om aan te komen voordat Apophis de aarde passeert, moet Ramses in april 2028 worden gelanceerd. Het hoofd van het ruimteveiligheidsprogramma van ESA, Holger Krag, zegt tegen The Guardian dat de missie moet helpen in het onderzoek naar hoe de koers van planetoïden in de toekomst kan worden veranderd als ze gevaarlijk worden voor de aarde.

 

Hoewel astronomen denken dat de aarde maar eens in de vijfduizend tot tienduizend jaar wordt geconfronteerd met een groot rotsblok uit de ruimte, zou de impact van een botsing immens zijn. Ruimtevaartorganisaties kijken daarom al langer naar manieren om inkomende planetoïden af te laten buigen.

Zo liet de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA op 26 september 2022 expres een voertuig op de (veel kleinere) planetoïde Dimorphos knallen, waardoor die van baan veranderde.

 

Bron: nu.nl/tech-wetenschap

 

Deze pagina delen met: